Therapie met therapiehond
Met ErgotherapieCanis wil ik ieder kind kansen bieden, via ergotherapie voor kinderen met of zonder therapiehond.
Ieder kind ontwikkelt zich in een eigen tempo. Verschillen in ontwikkelingstempo zijn heel normaal. Soms wijkt de ontwikkeling van dagelijkse activiteiten af van wat het kind nodig heeft om maximaal te kunnen participeren. Het kind kan problemen in het dagelijks handelen ervaren, zoals zelfverzorging, schoolse vaardigheden, zelfvertrouwen en interactie.
Kinderen kunnen deze vaardigheden ontwikkelen via spel. Kinderen zijn vaak dol op honden, zij hebben immers dezelfde hobby: spelen! Een hond laat het kind zich op zijn gemak voelen. Via spel met de hond kunnen tal van dagelijkse vaardigheden aan bod komen. Vaak helpt een therapiehond door er simpelweg te zijn.
Sessies met een hond doen vele mensen, maar door als therapeut ook natuurlijke handvaten in te zetten kunnen de sessies zoveel meer betekenis bieden voor het kind. Daar waar de meeste ergotherapeutische sessies plaatsvinden in een lokaal, is werken met honden vaak een bezigheid in een natuurlijke omgeving. Het legt de focus naar buiten, weg van de innerlijke problemen. Het sluit aan bij de biophilia-hypothese, die ons bewust maakt van het positief effect van de natuur op onze psychische en lichamelijke gezondheid. Biophilia is de menselijke behoefte aan contact met de natuur. De inbreng van de natuur tijdens de sessies is dan ook een voorwaarde voor het slagen van de therapie. Vanuit liminality speel ik als therapeut met het kind en de hond via gekende omgangspatronen om daaruit nieuwe strategieën te ontwikkelen. Met liminality wordt bedoeld dat men zich tussen twee werelden bevindt, of op de drempel van een overgang. Het loslaten van de oude gekende gedragspatronen en het bestendigen van de nieuwe patronen. Het is aan mij als ergotherapeut om deze fase van passage zin te geven. Via de therapiesessies met de hond ontstaan omstandigheden waarin het kind uit zijn positie als zorgvrager kan stappen en kan evolueren tot zorgverlener voor het dier. Het zelfvertrouwen krijgt een enorme boost
Wanneer uw kind problemen of moeilijkheden op school of thuis heeft met een van onderstaande vaardigheden, kan een ergotherapeut helpen. Therapie kan na een diagnose van bijvoorbeeld: DCD, NLD, ADHD, ASS,… maar is ook mogelijk als er gewoon een leerprobleem of -achterstand is.
Vida is een ervaringsgerichte weerbaarheidstraining voor kinderen waarbij de hond wordt ingezet als co-therapeut. Vida is gebaseerd op theorie en leerprincipes uit de haptonomie en Rots&Watertraining (www.rotsenwater.nl).
Naast de reguliere ergotherapie met therapiehond biedt ik ook Vida weerbaarheidstraining aan. Deze kan hulp bieden bij de volgende klachten/problemen: concentratieproblemen, overactiviteit, angsten, faalangst, geringe weerbaarheid, onverklaarbaar lichamelijke klachten, gedragsproblemen, verwerkingsproblematiek, ondersteuning bij ontwikkelingsproblemen zoals autisme (ASS) en ADHD, hechtingsproblematiek of opvoedingsvragen. De samenwerking met ouders/opvoeders is daarbij cruciaal.
Sensorische informatieverwerking
Sensorische integratie of sensorische informatieverwerking zijn moeilijke termen voor de prikkelverwerking van onze zintuigen.
We hebben verschillende zintuigen waarmee we dingen waarnemen. We ruiken geuren, horen geluiden, zien de wereld, voelen … Al deze prikkels worden opgenomen met onze zintuigen, via zenuwen doorgestuurd en in de hersenen verwerkt. Zo kan je oor iets horen, dit signaal doorgeven aan onze hersenen, die ons dan vertellen wat we horen, waar we het horen, hoe luid we het horen, … Dit hele proces gaat zo ongelofelijk snel dat we er amper nog bij stilstaan. Maar wat als dit niet zo vlot loopt? Dan lopen er snel een hele hoop dingen mis…
Via observaties en genormeerde vragenlijsten en/of tests ga ik na of een kind problemen heeft met de sensorische integratie. Zo gaan we meteen met de oorzaak aan de slag en vermijden we het aanleren van splintervaardigheden. Samen met de ouders en leerkrachten stel ik een sensorisch profiel van het kind op.
Het is niet eenvoudig om een sensorisch integratieprobleem te herkennen, zelfs niet voor professionals. Dit komt omdat de focus vandaag vaak ligt op de “outcome” en veel minder op de “input”. Kijk bijvoorbeeld naar een kind dat moeite heeft met schrijven. Hij/zij zal getest worden op de “outcome” (de spierkracht wordt nagegaan, de schrijfnauwkeurigheid, het schrijfproduct, de coördinatie, …). Als een kind slecht scoort op deze testen krijgt hij/zij therapie voorgeschreven om dit probleem aan te pakken. (we gaan zo van probleem onmiddellijk naar oplossen) Jammer genoeg kijken we niet altijd voldoende naar de oorzaak van het probleem, waardoor we vaak dieperliggende problemen missen. Ook sensorische problemen worden zo vaak niet herkend. Zo kan het zijn dat een kind tijdens het schrijven niet voldoende sensorische informatie krijgt om zijn bewegingen juist te sturen en zo tot schrijven te komen. Als we dit niet nagaan en meteen werken op de schrijfmotoriek gaat het zeer lang duren voor een kind vooruitgang boekt en kan het zijn dat het onderliggende sensorische probleem blijft bestaan, met gevolgen naar de latere ontwikkeling.
Maar waarom is het zo moeilijk om ons gedrag juist te sturen met een verstoorde sensorische integratie? Zoals eerder uitgelegd nemen onze zintuigen dingen waar. Dit is altijd de eerste stap. Tijdens het schrijven “voelen” je vingers je balpen, deze informatie (sensorische prikkels) word dan via je zenuwen doorgestuurd. Zo krijgen onze hersenen de juiste informatie over hoe groot je balpen is, hoe zwaar, hoe hard of zacht, … Als je hersenen deze informatie juist ontvangen en verwerken zullen ze je “beweging” hierop afstemmen. Zo krijg je door hoeveel kracht je nodig hebt om je balpen vast te nemen, hoeveel druk je moet zetten om je pen tegen het papier te houden, … Beeld je eens in hoe moeilijk het is om je balpen vast te houden zonder deze info! Het sensorische probleem (de input) zie je echt niet meteen. Wat je wel opmerkt is dat het schrijven zelf (de output) moeilijk loopt.
Splintervaardigheden
Kinderen leren erg snel, het kan dus zijn dat het probleem niet opgemerkt wordt bij de diagnose, maar ook bij de behandeling komt het eigenlijke probleem niet steeds onmiddellijk naar boven. Stel dat een sensorisch probleem niet opgemerkt wordt, maar enkel gekeken wordt naar de output (bijvoorbeeld de moeilijke coördinatie van een beweging), en in de behandeling werken we uitsluitend op de beweging. Dan zou het kunnen dat een kind in de eerste fase van therapie toch enige vooruitgang vertoont. Dit omdat we kinderen zo “splintervaardigheden” aanleren. We leren ze ondanks de slechte input toch een specifieke output aan, kinderen die snel leren kunnen deze output toch aanleren (al gaat dit gepaard met een lange therapieduur en veel frustraties). Ze gaan bepaalde vaardigheden in beperkte mate aangeleerd krijgen. Jammer genoeg blijft de oorzaak van het probleem wel bestaan, wat ervoor zorgt dat de nieuwe aangeleerde vaardigheden of beweging voor het kind altijd moeilijk zal blijven. Er zullen zich opnieuw problemen voordoen als het niveau van de vaardigheid of beweging stijgt. Denk bijvoorbeeld aan het voortgezet schrijven op het einde van de lagere school of de middelbare school dat voor problemen zal blijven zorgen. Je kan dit bekijken als leren schrijven met een balpen zonder dat je deze juist voelt. Kan je jezelf inbeelden hoe moeilijk dit is?
Sensorische Informatieverwerking en ADHD/Autisme
Kinderen/volwassenen met AD(H)D of een autistisme spectrumstoornis kunnen daarnaast een stoornis hebben in de sensorische informatieverwerking. Een onderzoek naar de sensorische informatieverwerking in de verschillende zintuiglijke systemen kan dan zinvol zijn.
Als u of uw kind met meerdere dingen in onderstaande lijst problemen ondervindt, kan sensorische integratietherapie zinvol zijn.
Zeker jonge kinderen met een normale intelligentie reageren goed op therapie omdat hun zenuwstelsel nog soepel is. De hersenfuncties kunnen nog gemakkelijk veranderen, nieuwe verbindingen maken.
Het klopt dat bepaalde symptomen, zoals hyperactiviteit, kunnen veranderen in de puberteit. Maar zoals een beroerte er niet uitgroeit, geneest ook een minimale neurologische stoornis, zoals een sensorische integratiestoornis die de problemen veroorzaakt, niet vanzelf.
Het is nooit te laat om hulp te zoeken, ook met oudere kinderen en volwassenen werden reeds goede resultaten geboekt, vaak in combinatie met andere therapievormen
Kenmerken
Reageert de persoon:
- negatief op aanraking
- zeer gevoelig tijdens haren kammen of gezicht wassen
- angstig bij bewegen, draaien of vallen
- met misselijkheid bij het autorijden
- met vermijdingsgedrag bij een activiteit waar evenwicht belangrijk is
Heeft u het idee dat de persoon:
- onhandig is, vooral bij nieuwe activiteiten
- zich veel stoot en vaak valt
- altijd in beweging is
- slordig is, soms ongewild
- zijn kracht niet goed kan gebruiken, soms teveel of soms te weinig
- alles wat snel gaat beter kan dan activiteiten met minder beweging bv. wel goed kan lopen en springen maar niet goed op 1 been kan staan
- angstig wordt als zijn voeten de grond niet meer raken
- een hekel heeft aan activiteiten met snel draaien (cfr. draaimolen)
- beter aanrakingen met stevige druk dan zachte aanrakingen (bv. strelen) kan verdragen
- grote’ risico’s neemt bij spelletjes, van niets bang is
Specifieke & leeftijdsgebonden kenmerken
Voor baby’s en peuters
- Problemen met eten en slapen
- Weigert bij iemand anders dan hun moeder te gaan als het over hun comfort gaat
- Geïrriteerd bij het aan- en uitkleden; oncomfortabel in kleren
- Speelt zelden met speelgoed
- Weigert knuffelen, loopt weg als de baby gepakt wordt
- Kan zichzelf niet kalmeren
- Slap of stijf lichaam, motorisch tragere ontwikkeling
Kinderen & Jongeren
Heeft het kind meer dan leeftijdsgenoten moeite met:
- springen en huppelen, terwijl er motorisch niets mis lijkt
- balans, coördinatie en ritme (bijv. altijd struikelen)
- fijn motorische activiteiten, bijv. tekenen, schrijven
- zich concentreren
- afmaken van werkjes
- opdrachten begrijpen
- met puzzelen en figuren maken
Ziet u dat het kind:
- moeite heeft met het maken van vriendjes
- teruggetrokken is of juist altijd de clown uithangt
- jonger gedrag vertoont
- soms buitengewoon boos wordt als iets niet lukt
- altijd lange mouwen wil dragen, ook als het warm is
- kleren met bepaalde stoffen niet wil dragen
- last heeft van faalangst
Sensorische integratieproblemen kunnen ook oorzaak zijn van:
- heel actief zijn van uw kind
- niet stil kunnen zitten
- onzorgvuldig en impulsief zijn
- agressief gedrag tijdens spelletjes
- slordig eten
- vaak morsen
- moeite hebben met kauwen
- niet graag eten van grote brokken
- teveel eten tegelijk in de mond stoppen
- vaak dingen verliezen
- gemakkelijk verdwalen
- overschakelen van activiteit
- snel afgeleid zijn
- zich maar kort kunnen concentreren
- een onregelmatig slaappatroon hebben
- moeite met in slaap vallen
- snel gefrustreerd zijn
- last van woedeaanvallen hebben
- meer bescherming nodig hebben dan andere kinderen
Adolescenten en Volwassenen
- Overgevoelig voor aanraking, lawaai, geuren, andere mensen
- Weinig zelfvertrouwen, bang om te falen bij nieuwe taken
- Lethargisch en traag
- Steeds met iets bezig, impulsief, snel afleidbaar
- Maakt taken niet af
- Onhandig, traag, zwakke motorische vaardigheden of handschrift
- Gefocust blijven is moeilijk
- Aandacht bij werk houden en gefocust zijn in meetings is moeilijk
- Ongemotiveerd
- Lijkt nooit plezier te hebben in het leven
Ergotherapie
reiken en grijpen, handgrepen, manipuleren van voorwerpen, knippen, vouwen, scheuren, kleuren, tekenen
schrijven
schrijfvoorwaarden, voorbereidend schrijven, lettervormen, pendruk, vloeiend schrijven, pengreep, schrijftempo
oog-handcoördinatie
werken met twee handen
ontwikkelen van voorkeurshand
Zelfredzaamheid
aankleden, uitkleden, eten, veters binden, plannen van activiteiten, uitvoeren van opdrachten, spelen, automatiseren van vaardigheden
Aandacht en werkhouding
zelfstandig werken, werktempo, analytisch werken, orde, concentratie, zithouding
Structureren en organiseren
lichaamsbesef, lichaamshouding, ruimtelijke oriëntatie, nabouwen, puzzelen, constructies maken, structuur en orde, links-rechts oriëntatie
Rekenen
getallenrij, voorbereidend rekenen, splitsen, tafels, cijferen, metend rekenen
Huiswerkbegeleiding
Hoogsensitiviteit – HSP
Ik heb ook een signaleringslijst ter beschikking voor leerkrachten en ouders om in te schatten of ergotherapie gewenst is.